Via een eigenzinnig parcours probeer ik een beeldtaal te vinden die strookt met mijn innerlijk beleven.

Enerzijds zijn er de abstracte sculpturen (uit papier, oud karton, recupzink) waarbij ik voornamelijk intuitief aan de slag ga. Ik laat me leiden door de mogelijkheden en de beperktheden van het materiaal. Via ‘trial and error’ krijgt het proces vorm en worden de materie en mijn thema’s uitgediept.

Ik zie mijn werken vaak als ‘schuilplekken’ en ik link er het thema ‘geborgen, verborgen’ aan. Het zijn weliswaar broze schuiloorden want het materiaal heeft zijn oorspronkelijk kracht al deels verloren, vertoont blutsen en scheuren, rafels en sporen. Gevoelsmatig probeer ik een kwetsbaarheid tot uiting te brengen.

Heel vaak balanceren de sculpturen, wat de fragiele indruk nog versterkt.

Er is een bepaalde intimiteit, een ‘binnenkeer’.

 

Anderzijds is er mijn figuratief keramisch werk en daar vormen de mens en zijn wezenlijke ’zijn’ het uitgangspunt en inspiratiebron. De beelden putten hun zeggingskracht vooral uit mimiek, gebaar en houding; kortom uit lichaamstaal. Lichaamstaal brengt het diepste van onze identiteit en innerlijk leven naar boven.

Ik wil kracht en emotie projecteren in klei. Mij fascineren vooral mensen met sporen op ziel en lichaam. Intimiteit, ontfermen-erbarmen zijn thema’s die vaak terugkomen.

 

Gemeenschappelijk is de zoektocht naar een balans tussen het spontane en het gezochte, het brute en het zachte, het bevreemdende en het vertrouwde.